Home 2017-09-17T14:28:04+00:00
Loading...

Zaans Laf

’t Waren jaren van klamme handen,
van die bajesboten aan de Zaan
Werk en geld waren zij, de vreemde
gevangenen – Protest zwelde aan 

Van ’t lokale bestuur kwam geen “nee”
tijdens het Zaanse beraad
Er kwam, op een enkeling na,
geen bezwaar tegen ’t plan B&W

Men luisterde wel naar berichten
van Amnesty en jaja, men knikte,
men snifte en wikte, maar voor
verzet zou men nimmer nooit zwichten!

En verhalen, ze mochten niet baten,
over angst, over zelfmoord – Nee,
doofstom waren zij met een stem,
zij zouden het volmondig zo laten 

Ja, redeneren kunnen zovelen
Politici nog wel het beste – Alleen,
’t heeft met waarheid niets gemeen
’t gaat erom met de woorden te spelen

“Stop de waanzin! Nu meteen!”
klonk het uit hees geworden kelen
“Weg met de Zaanse Schande!”
Werd het ooit wel gehoord?

Hoe veel nog hebben zich verhangen,
hoeveel zijn in isolatie gesmoord,
vermoord de wil om te leven, om
enkel economisch belangen?

Zaans lef, waar was nu de moed?
Die geschiedenis is zo duister en laf
Zullen Zaanse koren ooit zingen hiervan,
van de haat die hierdoor werd gevoed? 

Joke Kaviaar

Gedichten Joke Kaviaar|

Zaandijk (een vroolijke klompendansch)

In duizend tinten zoo groen, schouder aan
schouder, gevelt Zaandijk langs haar oever
waar de oude houtbouw bewaard is gebleven
vol lof klost folklore op klompen door het dorp
terwijl Zaanwater traag aan de kade sabbelt 

Hoe bleek de dood als van Weefhuis
tot Domineestuin het hart klopt dat
met de hand dik in groen is ingekwast 

In Zaandijk kennen ze geen kapsones
Wel eigenwaarde

(c) Kees-Jan Sierhuis

Gedichten Kees-Jan Sierhuis|

Jongens van de pont (op Molletjesveer)

Op zon- en zomerdagen
Draaien, draaien rond

Aan wiel
Verbeten krachten

Inspanning om de mond
Varen ons
Naar  d’overkant
De jongens van de pont

Ratelend gaat de ketting strak
Bruingebrand de konen
Sieren parels lichaamsvocht
Biceps van Zaanse zonen
Ze brengen ons de overtocht

Op zon- en zomerdagen
Draaien, draaien rond
Aan wiel
Vereende krachten
Ongestoord
Weinig woord
Trekken, trekken voort
Tot aan het zomers avondrood
De jongens van de pont

(c) Mandy Pijl

Gedichten Mandy Pijl|

De mooiste herberg van Nederland

Ik heb heimwee naar het
verre verleden 

Dan creëer ik mijn eigen
magische beelden:

De oude wind en de straten, ongeplaveid
donker, met misschien ergens
een lantaren, enige troost 

Reizigers, over het water
van ver gekomen in het
duister, de mist
verlangen naar onderdak. 

Een houten pand stond
400 jaar te wachten om
‘herinnerd’ te blijven:
Vakmensen hebben de ziel
gevonden en ontrafeld.

Nu dwaal ik in mijn eigen beelden
die werkelijkheid werden.
Met dank aan de vakkunde
tot kunst verheven! 

(c) Geraldine Bank- Caenen

Gedichten Geraldine Bank-Caenen|

ZAANSTAD CENTRUM

Ik heb het geprobeerd
Keer op keer de borden:
 
ZAANSTAD CENTRUM
 
Maar ik kwam er niet
Voor de zekerheid
heb ik de kaart van
Zaanstad uitgeknipt
en op bladgoud geplakt
 
(Toegegeven dat kan
alleen in gedichten
maar iedereen weet dat
de dichter altijd nog
wat goud achter de hand

houdt voor zijn poëzie)
 
Daarna heb ik de stad
ondersteboven op mijn
vinger laten balanceren
 
Mijn vinger wees precies
op de molen de Jonge Dirk

waar de natte aarde zo
mooi om je laarzen sluit 

(c)Kees-Jan Sierhuis

Gedichten Kees-Jan Sierhuis|