Voor de literaire salon van Mens durf te lezen mocht ik mij laten inspireren door ‘Zaans Groen’, een literair tijdschrift dat tijdens de tweede wereld werd uitgegeven door Klaas Woudt. Zijn zus Mart, was één van de vele bijdragers. Zij schreef prachtige gedichten waardoor je even kunt ontsnappen aan de rauwheid. Zij was mijn inspiratiebron voor dit gedicht.
Mart Woudt in de polder
Op de landen een wazig dauw. In de lucht
koepelen donkere wolken. Het land, ons land
Geen toevluchtsoord, geen blauw. Het huis, ons thuis
Karkas zonder huid. Het hart, ons hart
Bloot. Grauw
De wind slaat koude lappen in haar gezicht
Kaakklem, opgetrokken schouders en gewicht
op de trappers. Strakgespannen ketting laat
knauwende tanden los. Gebroken verzet
tegen clandestiene belettrie
Zij schrijft onze brand die zuurstofloos woedt
Blaast woorden in een ballon en geeft ze
lucht. Trekt de mondhoeken strak en
laat zinnen gillend ontsnappen
uit dit mijnenveld
Onder druk van rollende persen schrijft ze
een ultiem protest tegen niet voelen
Kruipt onder een deken van Zaans groen
naast kasplantjes van vergeten fatsoen
De kwetsbaarheid van debutanten,
natte inkt die niet droogt, drukt
etterende puisten uit de polder
De bast kraakt, hout breekt, hars kleeft
Op braakliggende landen valt warme regen
Het is nog vroeg vanmorgen
Op de landen een on-hollands licht
In de blauwe lucht de eerste leeuwerik
Tussen de bomen zilveren slingers
en de treurwilg veegt zijn tranen
Het blijft vroeg vanmorgen
als we haar horen zingen
in ons polderland
©Ellis van Atten, 2019
Geef een reactie