Plat Polderland Poelenburg

Maandag 22 mei 2017: Een debatavond van architectuurplatform Babel over de ruimtelijke toekomst van Poelenburg en de rol van bewoners in wijkcentrum de Poelenburcht. Ellis van Atten schreef hiervoor een gedicht.

Plat Polderland Poelenburg

Ooit werd de Zaanse horizon naar het oosten verlegd

De laatste molen verplaatst, plat polderland verparkt ingepakt

Het water werd opgestuwd en verder weggestuurd

Waterkeringen Gouw, Weer en Watering begrensd

door straten. Waar ooit watergangen stroomden

werden duizenden huizen gebouwd, gekocht en gehuurd

Plat polderland, groene stadsrand werd bemenst

Kinderen speelden met bouwzand

Zonder oude molen wordt door torens wind gevangen

alleen de naam verraadt verleden dat ook heden maalt

een vogelaar zag al snel kansen verbleken

in vermengde geuren, kleurt opgroeiend verlangen

naar eigen stad, naar eigen park in eigen hand

De jeugd heeft de toekomst en is hier neergestreken

Een beetje vloggen, een beetje hangen

en dan hondsbrutaal verbaal in het NOS journaal

Poelenburg is zijn eigen stad ontstegen. Integraal

bundelen krachten, laat niemand zich hinderen

door één beeld. Hoezo mislukte integratie?

Hier ontstond het Nederlandse woord van het jaar

We polderen Babylonische spraakverwarring

mengen culturen tot een nieuwe natie

en schrijven samen ons eigen verhaal

In Poelenburg spelen onze kinderen

In een wijk, in een park, in een stad

in plat polderland met een gouden rand

Roep naar rede

Op een koude dag beweegt
een grote witte reiger
langs donkere randen
van een klein en vrij land

Haar vleugels spiegelen
in het speelse zilveren water
dat schittert tot aan de overkant

Lieve engel breng ons vrede,
breng rede en compassie
in dit land , ingeklemd
tussen noorderlicht en evenaar

(c) Joke Konijn 13-3-2017

2017-09-12T20:21:58+00:00 Gedichten Joke Konijn|

#NODPL

Er loopt iets door
de pijpen
Men zegt
Daar word je rijk van

De bodem bibbert
De rivier zingt niet
maar schrilt

Wie danst er nu naar
pijpen die plakken
van witmans winst?

Het water glanst
als zwarte lak
wanneer de rijkdom
weglekt in het gras

Een vader weent
om gestorven grond
Een moeder richt zich op

Leef kinderen!
Wie stilzit wint niks

Sta op bisons en
bulderende wind!

Vang aan
het gevecht rond
de pijpen

Joke Kaviaar  9-3-2017

2019-02-03T11:12:26+00:00 Gedichten Joke Kaviaar|

Ochtend in de Bangkokstraat

Terwijl de volle maan, een vage droom nog

links aan een bleekblauwe hemel staat

laait het rechts reeds oranje van zon

achter de toren met de hakkelige balkons.

Soms is er gratis mist, wordt die uit het uitzicht gewist.

Is er weer de schoolplaat die uit huisje, boompje, auto,

mensje en een sluipende poes bestaat,

(molshopen, eksters) en daar ga ik de steeg door.

Zo word ik dagelijks geboren, glijdend over de in weefpatroon

gelegde stenen, glimmend vochtig of bevroren.

In het koude gras staat een wat verloren grote kraai.

Omzichtig kijkend verontschuldigt hij zich.

(c) Vera Jongejan, januari 2017

2017-09-11T19:32:26+00:00 Gedichten Vera Jongejan|

Polderwind

Een onstuimige wind
slijpt chagrijnig
jaloerse zinnen langs de
smalle vezels van
het buigende riet

De harde wind
blaast wilde woorden
door kruinen van wilgen
zure meningen
naar berk en
sentimentele els

De wilde wind
waait ook plezier in
een fluisterpopulier
ik hoor haar
schaterende bladeren 

(c) Joke Konijn

2017-09-11T19:25:08+00:00 Gedichten Joke Konijn|

Zaan

Levensader van Noord-Holland
eeuwen word jij al bevaren
menigmaal ook bezwommen
soms zelfs beschaatst
Je wordt bevist en je wordt befeest
Je wordt bezongen en bedicht

Jij ziet je oevers veranderen
Honderden molens werden fabrieken
die weer woontorens worden

Jij blijft echter stromen
van zuid naar noord
golvend van noord naar zuid 

Ik fiets langs je in regen en mist
met storm en zon, dag en nacht

Jij blijft wat je bent
een levensader van Noord-Holland 

Nog altijd even NAT

(c) Margriet Dijkstra

2017-09-11T19:38:45+00:00 Gedichten Margriet Dijkstra|

La Maison Bleue

Vannacht droomde ik de tijd terug
Bij het licht van de maan waagde ik me
overmoedig in de voetstappen van Monet, 1871

Zie het huis, de bomen, en
wijds zicht op de Zaan
Een verlangen dat heimwee is
alsof het beeld van mij is en dat ik
het nog één maal wil terug zien
zo vertrouwd.

Bijna geloofde ik dat de hunkering sterk genoeg was
om dat verstilde beeld tot leven te brengen
en er ontstond een ondraaglijk gemis.

Uitgedroomd ging ik naar huis
en ja, echt, mijn blauwe huis.
Renoir – blauw.

(c) Geraldine Bank-Caenen,
over het Blauwe Huis in Zaandam

2017-09-11T19:51:44+00:00 Gedichten Geraldine Bank-Caenen|

Perronverdriet

daar gaat de trein naar Krommenie
had jij het al door?
vertrekt van spoor één
in plaats van twee
potverdrie
vanwege het nieuwe passeerspoor
van dit station
gaat ie van een ander perron
en gaat er dan spoorslags vandoor
de omroep zwijgt in alle talen
wie kan zo de trein nog halen?
dat is balen
dat is slecht
maar wel mag worden gezegd
dat de trein rijdt
en nu ‘ns wél op tijd
zo ben ik in de weer
met het treinverkeer
in Wormerveer
tot mijn spijt
voorlopig tot hier
bij perrongelúk weer verder
en dan later terug op vier 

(c) Klaas H. Wezel

2017-09-11T20:00:52+00:00 Gedichten Klaas H. Wezel|

Ganzenparadijs

Wij laten de weilanden bewegen

door onze bonte donzendracht

met onze snavels trekken wij

aan het verse jonge gras en

doorstaan alle seizoenen met gemak.

Toevallig zijn wij in groepsverband

in dit zachte groene mals geland

waar de zomerzon een stralenkring

schijnt rond elke malle donzen hals.

Vanuit de volle buikjes roepen

wij onze gakgeluidjes en maken 

met stampende vleugels

onder een Zaanse hemel

dit laagland nog platter dan plat.

Het lijkt erop we hebben hier
in dit veenrijk gat met veel plezier

ons ganzenparadijs gevonden.

(c) Joke Konijn

2017-09-11T20:21:07+00:00 Gedichten Joke Konijn|