De dichters
De Zaanse Dichterskring houdt de poëzie in de Zaanstreek levendig en kan gevraagd en ongevraagd het straatbeeld vangen in een gedicht of hem kleuren met een voordracht. Er zijn warme banden met dichters door het hele land. De kring telt bijna twintig leden, onder wie:
Ellis van Atten vormt met Jeroen van Leeuwen vanaf 1 april 2017 een stadsdichtersduo voor gemeente Zaanstad. Naast gedichten schrijft ze blogs, columns en korte verhalen die grotendeels te lezen zijn op haar website. De poëzie is voor haar een vorm om alledaagse indrukken te verwerken. Haar gedichten worden grotendeels geschreven tijdens het hardlopen. In 2016 drong ze met haar gedicht Kleine Man door tot de top 100 van de Turing gedichtenwedstrijd.
Geraldine Bank-Caenen is geboren en opgegroeid in Belgisch Limburg onder de rook van Maastricht. Ze woont sinds 1969 in Wormer en is al haar hele leven bezig met lezen en het schrijven van gedichten. Ooit werd ze uitgekozen om winnend werk voor te lezen bij een Zaanse schrijfwedstrijd, en voor Provadja in Alkmaar. Niet alleen literatuur en poëzie maar ook kunstgeschiedenis, muziek en oude architectuur staan voor haar garant voor de kleine momenten van geluk, schoonheid en troost. Deze moeder en oma vindt het heel prettig in de Zaanse Dichterskring
Roselien Brondy schrijft al van jongs af aan. Ze schrijft gedichten om haar gevoelens een plekje te kunnen geven. In augustus 2010 debuteerde ze met de bundel ‘Liefde is als een bloem’. En in 2011 kwam haar tweede bundel ‘De weg’ uit. Zomer 2016 verscheen haar derde boek: ‘Ik weet hoe mooi je bent’.
Margriet Dijkstra raakte aan de poëzie door als basisschoolleerkracht gedichten met kinderen te schrijven. Ze was mede-organisator van de Dag van de Levende Woorden. Met deze poëziewedstrijd voor de Wormerveerse basisscholen besteedt men sinds jaar en dag aandacht aan de landelijke Gedichtendag. Het inspireerde Margriet om ook te gaan dichten. Dichten omschrijft ze als: ‘Met verwondering en soms verbazing naar dingen kijken. En daar de woorden bij vinden.’ Ook schrijft ze persoonlijke gedichten voor vrienden die net dat steuntje in de rug nodig hebben om weer verder te gaan.
Peter Graas geldt als een beginnende dichter, stond in 2006 in De Groote Weiver al eens op het podium met een eigen gedicht. Peter houdt van korte, puntige poëzie, het spelen met woorden. Hij is maatschappelijk betrokken en zoekt zijn eigen weg om tot een betere wereld te komen. Mocht u in Krommenie een kleurrijke step tegenkomen die op de meest onverwachte plekken is beschilderd met een gezichtje dat u toelacht, dan kan dit een step van Peter zijn.
Wieke Hart (winnaar van de Juryprijs Leidse Poëzieslag februari 2017 en de Publieksprijs Fluxus Dichtersfestival 2016) omarmt als Rotterdamse met hart en ziel de Zaanse rauwe directheid. Het leven is een duikval van verbijstering. Poëzie dwingt tot ordening.Het Noordhollands Dagblad (15-12-2016) typeert haar als “moderne dichter met galgenhumor”. Wij noemen we haar onze Jeroen Bosch: we lezen angst, gekte en ontreddering, waarbij bloederige taferelen niet worden geschuwd.Slechts de humor maakt het dragelijk.
Vera Jongejan is behalve dichter beeldend kunstenaar en woont en werkt in de Havenbuurt (Zaandam). Ze is lid van Tengel, de Onafhankelijken, het Nederlands Portretschap, Schrijfversspeelplaats de Klus en de Amsterdamse Voorleesclub. Haar debuutbundel Draden van het verleden met eigen illustraties verscheen in 1994 bij uitgeverij De Beuk. In 2001 volgde Tussen het zoet, ook met eigen illustraties. De bundel werd gerecenseerd in het Noordhollands dagblad. Vera schrijft achter de woorden aan, stuurt bij. Ze doet dat met toenemende verwondering. En alles kan een aanleiding zijn.
Joke Kaviaar schrijft poëzie, opinieartikelen en proza in het Nederlands en Engels. Ooit begonnen als zangeres bij de Zaanse punkband ‘The Nixons’ in 1980, is de confrontatie nog altijd prominent in haar werk aanwezig. In december 2016 kwam haar dichtbundel uit bij uitgeverij Troje, getiteld VUILE WAPENS SCHONE HANDEN. De bundel bevat 83 gedichten hoofdzakelijk uit de periode 2004 – 2016, en een flink aantal tekeningen. Op haar website kun je informatie vinden over de bundel en optredens.
Joseph Klein, Amsterdammer in Krommenie, schrijft sinds 1986 poëzie. Zijn gedichten hebben vaak betrekking op zowel een surrealistische als de sociaal-maatschappelijke wereld. Zijn poëzie is kernachtig tot liederlijk, klein maar met uitstraling. Hij gaf een paar bundels uit in eigen beheer, waaronder ‘Waar bomen ontspruiten ontstaan wortels’ en ‘Stil glinsterend water’.
Joke Konijn woont en werkt aan de rand van het Wormer – en Jisperveld. De mensen en dieren, het land met boerderijen, de dijken en het water vormen de ingrediënten voor haar werk als kunstenaar, vermengd met de verbazing over alle tegenstrijdigheden en verwarringen rondom ons bestaan. In verf, klei, maar ook taal geeft Joke de opgedane inspiratie weer als een troostend verlangen.
Thijs de Lange is met sprong de jongste kringdichter. Zomaar een keer begonnen en voor hij het wist schreef hij documenten vol gedichten. Thijs kijkt vanaf een afstandje naar situaties om ze daarna, met een mening, gevoel en soms een vleugje humor in woorden op te schrijven. Soms recht uit het hart, maar altijd zo simpel en direct mogelijk. Zoals het is, met af en toe de nodige absurditeit.
Mandy Pijl vormde met Kees-Jan Sierhuis van 2013 tot en met 2015 het stadsdichtersduo van de gemeente Zaanstad. Ze dicht al van kinds af aan. Haar stijl omschrijft ze als polderrijm: onomwonden en vaak op rijm. Haar allereerste gedicht in dat genre was Sterven in Holland (een natte droom) dat ze op haar achttiende schreef en waarmee ze de tweede prijs won in de regionale voorronde van de Kunstbende.
Hans de Roo schreef als student zijn scriptie over de fameuze dichter Rainer Maria Rilke. Begon vele jaren later aarzelend zelf gedichten te schrijven. Volgde met Kees-Jan Sierhuis in het begin van deze eeuw cursussen poëzie bij Gerard Beentjes. Toen is volgens eigen zeggen het schrijven pas echt begonnen. Op de Schrijversvakschool in Amsterdam heeft hij zich in 2012 en 2016 verder bekwaamd in het ambachtelijk schrijven van poëzie. Ook gaf hij met stadsdichteres Mandy Pijl een jaar les aan belangstellende dichters. Hij schrijft over van alles en nog wat en graag nog meer. Bij herhaling beweert hij dat bescheidenheid zijn beste eigenschap is.
Kees-Jan Sierhuis (Wormerveer, 1973) is dichter, intrigant. Hij was Zaans stadsdichter van 2013 tot 2016. Beschouwt taal als het onvolkomen voertuig voor de waarheid. Was leaddichter bij de improvisatieband Hoorus. Nieuwsgierigheid is zijn drijfveer, daarbij zoekt hij vaak de samenwerking met beeldend kunstenaars op. In 2005 begon hij met het schrijven van poëzie en in 2006 won hij een editie van SlamZeist. Publiceerde o.a. in het undergroundblad A5 plusbulletin en Kunstcahier Apollinair en Meander. Hij is mede oprichter van de Zaanse dichterskring. In zijn studie naar het leven lijkt hij steeds meer op te lossen.
Irene Sminia is een liefhebber van de kleuren- en klankenrijkdom van de Nederlandse taal. Hierdoor ontstaan van haar hand klankgedichten met hier en daar uitstapjes naar andere talen zoals het Dunglish of Frysk. Onderwerpen zijn humor gepaard aan drama en fantasie vermengd met werkelijkheid. Behalve dichter is Irene beeldend kunstenaar, en ook daarvan zijn overeenkomsten te zien in haar gedichten.