De nacht valt aan de Zaan
Geen schip dat nog de golven slaat
Geen meeuw die door de lucht zal gaan
Alleen een meerkoet, hij die onverlaatZijn gang gelijk een heldendaad
Hij dobbert traag een baan
De maan beschijnt de tocht hij gaat
Hij drijft er koen vandaanDe koetencrawl, hij’s nauwelijks te verdragen
De zwarte deken ruw verstoord
De Zaan, zo kan zij niet behagenIk help hem aan zijn slotakkoord
Met één schot op hem jagen
Tot aan de koetenhemelpoort(c) Mandy Pijl
Geef een reactie